Op 21 maart 1885 werd Manis Krijgsman in Purmerend geboren. Hij kwam naar 's-Hertogenbosch waar hij vanaf de verkiezingen van 1917 deel uitmaakte van de gemeenteraad. Twee jaar later, in 1919, werd hij wethouder 'van de bedrijven en sociale aangelegenheden'. Hij zou deze funktie zestien jaar blijven uitoefenen. Van 1914 tot 1918 heerste er in West-Europa de Grote Oorlog, de Eerste Wereldoorlog. Hoewel ons land daar niet direkt bij betrokken was, kregen wij wel degelijk met de gevolgen te maken. Handel van en naar het buitenland was bijvoorbeeld niet meer mogelijk. Dat was een slag voor 's-Hertogenbosch, waar een bijzonder groot deel van de bevolking werkzaam was in de sigarenindustrie. Veel fabrieken kwamen zonder werk en er moesten arbeiders ontslagen worden.
Later zou Krijgsman daarover schrijven: „Alle energie moest wel worden gedood bij menschen die tientallen van weken zich verveelden, en daarbij nog het vooruitzicht op tewerkstelling in de toekomst misten: wat een lusteloosheid en wrevel moest hier ontstaan! Men inde de wekelijksche uitkeering, en hiermee was de 'taak' van zeven lange dagen verricht.”
Wat vooral van belang voor de sigarenmakers was, dat de zgn. wachtgeldregeling gevaar liep; de fabrikanten konden hen niet meer bijbetalen wegens de slechte financiële toestand. Tweemaal verlengde de minister de uitkeringstermijn van de zgn. 'uitgetrokken' sigarenmakers. Er moest dringend iets gedaan worden.
Onder leiding van Krijgsman kwam er een aparte steuncommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van het ministerie van Binnenlandse Zaken (die 50% van de kosten voor haar rekening nam), de gemeente (die ook de helft betaalde) en vertegenwoordigers van arbeidersorganisaties uit de sigarenmakersindustrie. Door deze commissie werd besloten dat er tot herscholing zou worden overgegaan. Omdat wethouder Krijgsman ook de volkshuisvesting in zijn portefeuille had, besloot hij deze twee te combineren.
De Bossche sigarenmakers werden herschoold. Zij kregen een bouwvakopleiding. Daarna werden zij tewerkgesteld in de bouw, met name in de zgn. betonbouw. Van -grote- betonblokken werden woningen gebouwd. De Bosschenaren vertrouwde deze woningen niet zo erg; in de volksmond werden ze al spoedig 'sigarenmakerswoningen' genoemd. Later zouden ze voorzien worden van een nieuwe buitenmuur en een aantal zijn er in 's-Hertogenbosch nog steeds te vinden.
Manis Krijgsman beschreef zijn ervaringen als wethouder in een boekje met als titel ”Werkeloosheidsmisère of van sigarenmaker tot bouwvakarbeider”.
Behalve bovengenoemde taken hield de wethouder zich ook bezig met de verbetering van de positie van de gemeente-ambtenaren en met de elektrificatie van 's-Hertogenbosch.
Met ingang van 11 april 1935 stopte hij als wethouder. Bij die gelegenheid werd hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Manis Krijgsman was als raadslid en als wethouder een militant figuur. Zijn daden waren dikwijls aan hevige kritiek onderhevig; daarvoor dient men de notulen van de gemeenteraad maar eens na te lezen! Maar als wethouder heeft hij zeer belangrijk werk verricht.
Manis Krijgsman overleed op 18 maart 1942 in 's-Hertogenbosch. Vanuit de St. Pieterskerk werd hij naar Orthen gebracht waar hij op de begraafplaats een laatste rustplaats kreeg.
Met Wethouder Krijgsmanpad in Maaspoort herinnert ons nog aan deze wethouder van enige tientallen jaren geleden.
|
1987 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Wethouder KrijgsmanpadBrabants Dagblad donderdag 9 april 1987 (foto) |
5237